Medische termen over stoma uitgelegd

Er zijn misschien gelegenheden wanneer u met een van uw stomaverpleegkundigen aan het praten bent geweest en misschien hebt geworsteld met enkele medische woorden of terminologie die werd gebruikt.

Hier zullen we de betekenis achter enkele van deze medische termen uitleggen, zodat u goed geïnformeerd blijft wanneer u uw stoma bespreekt met uw stomaverpleegkundige.

• Abdomen: Het gebied van het lichaam tussen de borst en de heupen; aan de voorkant van uw lichaam waar de stoma wordt aangelegd door uw chirurg.
• Adjuvante therapie: Therapie ná de operatie.
• Anastomose: Aanhechting van 2 uiteinden van de darm waar stuk darm tussenuit is gehaald.
• Goedaardig: Dit betekent niet-kankerachtig of niet-kwaadaardig.
• Chemische irriterende dermatitis: Dit is de ontsteking van de peristomale huid (de huid rond de stoma) als gevolg van directe toxische reactie van misschien fecale of urineweglekkage – of misschien stoma deodorants of oplosmiddelen.
• Granulomen: Huidkleurige of rode bultjes direct rondom de stoma, die meestal ontstaan door stomamateriaal dat te strak zit. Wordt ook soms veroorzaakt door irritatie van het stomamateriaal. 
• Maceratie: Verweking van de huid.
• Pancaking: Wanneer ontlasting aan de bovenkant van de huidplaat blijft plakken, in plaats van daadwerkelijk in het stomazakje te vallen. De binnenkant van uw zakje plakt aan elkaar en trekt vacuüm.
• Poliepen: Woekeringen van het darmslijmvlies, bultjes, die variëren in grootte. Zijn meestal goedaardig maar kunnen kwaadaardig worden na een zeer lange periode. Poliepen in de darm komen vaker voor na middelbare leeftijd.